4 dl lichtzoete witte wijn (graves superieur, muscaatwijn) – 1 stokje kaneel – 250 gr gedroogde pruimen zonder pit– 1-2 el aardappelmeel of maïzena – 125 gr dessertrijst – 1 vanillestokje (of 1 zakje vanillesuiker) – 3 eidooiers – 25 gr suiker – 4 blaadjes gelatine – 3 dl slagroom
Laat de pruimen 4-5 uur weken in de wijn. Breng het met de kaneel aan de kook en laat 10 min zachtjes koken. Verwijder kaneelstokje. Schep de pruimen eruit, leng aardappelmeel of maïzena ( de 1e bindt helder, de 2e niet) aan met wat kookvocht en giet terug in de pan. Laat het 1-2 min doorkoken zodat het bindt. Leg de pruimen terug in de saus en laat afkoelen.
Breng de melk met in de lengte open gesneden vanillestokje zachtjes aan de kook. Voeg de rijst toe en kook gaar volgens gebruiksaanwijzing op het pak. Haal het vanillestokje eruit, schraap het merg eruit en roer dit door de rijst. Klop de eidooiers los met de suiker, roer door de rijst en laat het op laag vuur roerend binden. Haal van het vuur. De gelatine 5-10 min laten weken in koud water, uitknijpen en in de warme rijst roerend laten oplossen. Laat de rijst verder afkoelen. Klop de slagroom half stijf en spatel door de rijst. Vet een grote vorm of 4 kleine lichtjes in met wat zonnebloemolie en schep het puddingmengsel erin. Laat minstens 3 uur verder opstijven in de koelkast.
Keer de pudding om op een grote platte schaal of 4 dessertbordjes. Schep de pruimen met saus er omheen.