200 gr verse roomkaas (bv Mon Chou) – 50 gr fijne tafelsuiker – ¼ ltr slagroom – 1 limoen – 2 borrelglaasjes kirsch – 500 gr verse kersen of 1 pot (ontpit) – ijswafeltjes of lange vingers
Verse kersen ontpitten. Boen de limoen schoon, rasp de helft van de schil en pers de helft uit. Klop de roomkaas met suiker romig. Roer er 1 borrelglas kirsch, limoenschil en rasp door en daarna de stijfgeklopte slagroom. Laat de kersen uitlekken en vang het sap op.
Laat dit sap met 1 borrelgras kirsch inkoken tot een siroop en laat afkoelen. Verdeel de roomkaas over 4 bordjes, schep de kersen er omheen en giet de siroop erover.
Serveer het koekje erbij.
De Mon Chou kan vervangen worden door mascarpone.
De kersen (zonder sap) kunnen ook 1 nacht gemarineerd worden in: 4 el port – 2 el suiker. Serveer het dan zonder ingekookt sap maar mét de marinade. Bestrooi met gehakte amandelen of pistachenootjes.